Je maakt kennis met de Portugese taal. Naast een aantal grammaticale basisbegrippen, kom je in verschillende situaties terecht waar je in allerlei contexten woordenschat en constructies kan oefenen. Je leert je voorstellen (persoonlijke gegevens, afkomst, beroep...), over dagelijkse activiteiten en je hobby's spreken, iets op café bestellen en over het weer en het klimaat praten. Je leert ook hoe je de verschillende vervoersmiddelen kan gebruiken. Je leert op een eenvoudige manier in het verleden praten.