Ridder Marc Sleen (1922-2016) is een levende legende in de wereld van het stripverhaal. Als geestelijke vader van stripheld Nero schreef hij talloze verhalen en wist hij heel wat lezers te bekoren. In 1997 werd hij door koning Albert II tot ridder benoemd, en in 2011 werd hij ook ereburger van Hoeilaart.
Marc Sleen werd op 30 december 1922 geboren in Gentbrugge, en groeide op in Sint-Niklaas. Daar volgde hij vanaf zijn veertiende tekenlessen in de Academie. In 1944, begon Marc Sleen als tekenaar bij De Standaard, waar hij naast cartoons ook illustraties bij artikels maakte.
Op 2 oktober 1947 verscheen voor het eerst de dagelijkse vervolgstrip De avonturen van Detectief van Zwam in de krant De Nieuwe Gids. De hoofdfiguur was dan nog detective Van Zwam, maar Nero kreeg hier ook al een rolletje. Later nam Nero de centrale rol over en veranderde de naam van de strip naar De avonturen van Nero en Co. Sleen schreef 217 stripverhalen, tot hij eind 2002 besloot te stoppen. Zilveren tranen was de laatste strip die verscheen.
Sinds 1955 woont Marc Sleen in Hoeilaart, en zijn woonplaats speelt ook een grote rol in de Nerostrips. In De Verschrikkelijke Tweeling liet hij Nero bijvoorbeeld intrekken in het tramstation, en ook het Zoniënwoud duikt al eens op. Om de band met Sleen en Nero in de verf te zetten, werd In 1994 een standbeeld van Nero opgericht.
Begin maart 2008 kocht het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het volledige archief van de auteur aan. Het omvangrijke archief bevat enkele tienduizenden stukken, waaronder alle 217 Nero-albums. Op vrijdag 19 juni 2009 opende in de Zandstraat in Brussel een museum dat helemaal gewijd is aan het werk van Marc Sleen, in hetzelfde gebouw waar de eerste vervolgstrips van Nero getekend werden. Naast een permanente tentoonstelling worden er ook regelmatig tijdelijke tentoonstellingen georganiseerd, waardoor alle facetten van Sleens werk aan bod komen.
Marc Sleen overleed op 6 november 2016, in zijn woning in de Hyacintenlaan in Hoeilaart.