In de zaden, zaailingen en bladeren van de gewone esdoorn zit een gif dat een ernstige, vaak fatale spierziekte veroorzaakt bij paarden, pony’s en ezels. Daarom wordt de ziekte, atypische myopathie, ook wel ‘esdoornvergiftiging’ genoemd.
Meer dan 75 procent van de aangetaste dieren sterft eraan. Er bestaat voorlopig geen remedie, maar je kan wel zelf een aantal voorzorgen nemen, waakzaam en voorzichtig zijn, vooral in de lente en in de herfst.
Niet alle esdoorns zijn giftig!
Om het onderscheid te maken, kan je kijken naar de intacte zaden: een scherpe hoek tussen de twee beentjes is een giftig zaadje, een stompe hoek is niet giftig. Enkel de Acer pseudoplatanus (de gewone esdoorn) is giftig.
Dit is de giftige esdoorn: Acer pseudoplatanus
Dit is de niet-giftige esdoorn: Acer platanoïdes
Handel preventief
Omdat Atypische Myopathie (AM) ofwel esdoornvergiftiging in veel gevallen fataal is, is preventie belangrijk. Hoe kan je de opname van hypoglycine A, afkomstig van de esdoornzaden, vermijden?
- Stal de paarden op tijdens risicoperioden, zoals de herfst, de lente en tijdens perioden met veel wind en neerslag.
- Verwijder esdoorns in de buurt van de weide.
- Als dit onmogelijk is, voeder de paarden bij op de weide met vooral veel hooi en eventueel krachtvoer. Hierdoor zijn ze minder geneigd om de zaden op te eten. Geef het voeder best boven de grond. Verwijder de dode bladeren en zaden.
Observeren
Wanneer de esdoornscheuten in de lente boven de grond uitkomen of de zaden vallen in de herfst, is het risico op vergiftiging groter. Vanaf het voorjaar moet je als paardenhouder dus extra alert zijn. Hou je paard nauwlettend in het oog. In geval van twijfel contacteer je best de dierenarts. Vooral bij paarden die veel neerliggen, moeilijk rechtkomen en zeker wanneer je rode urine opmerkt, dien je onmiddellijk in te grijpen.