De renbaan van Groenendaal was lange tijd de trots van de Belgische paardensport. Nu blijft enkel nog de Koninklijke Loge over. Ze wordt beheerd door Hippo-Droom bvba en kan vanaf juni 2016 gehuurd worden voor exclusieve events en unieke vergaderingen in de weidse omgeving van het Zoniënwoud.
Een koninklijke renbaan
De renbaan van Groenendaal kwam er onder invloed van Koning Leopold II. Hij vond de hippodroom van Bosvoorde te klein en te grillig en besliste in 1887 dat er een nieuwe baan moest komen zonder scherpe bochten en groter dan de koninklijke Wellingtonrenbaan van Oostende.
De openingsrit in Groenendaal werd gereden op 22 juli 1889. In 1891 werd de renbaan aangesloten op het spoorwegnet met een aftakking van de lijn Brussel-Namen. Twee jaar later werd de renbaan wereldberoemd toen de baan van 3600 meter aangevuld werd met een baan van een rechte mijl (1600 meter). In 1910 ging men nog een stap verder, met de aanleg van een aparte achtvormige hindernissenbaan. Groenendaal werd zo de enige renbaan met drie afzonderlijke pistes voor drie verschillende disciplines. In totaal goed voor meer dan negen kilometer piste.
Langs de renbaan stonden vroeger twee metalen tribunes met smeedijzeren versieringen. Daartussen stond de loge van Koning Leopold II. Naast de tribunes werden er doorheen de jaren nog verschillende andere gebouwen opgetrokken. Er kwam een waag waar de jockeys zich voor de wedstrijd moesten wegen, een infirmerie waar zowel paard als jockey terecht konden na een ongeluk en een jockeyzaal waar de rijders zich konden omkleden. Verder waren er nog een bookmakerspaviljoen, toiletten en verschillende stallingen.
Bommen en granaten
Voor de Eerste Wereldoorlog werden jaarlijks veertig tot vijftig koersen georganiseerd. Ook Hoeilaart profiteerde mee van het economische succes.
De Eerste Wereldoorlog maakte echter een bruusk einde aan de races. Ook na de oorlog was er niet meteen beterschap. De renbaan werd een verzamelplek voor alle bommen en granaten die de Duitsers hadden achtergelaten. In 1919 zorgde een brandende sigaret ervoor dat alles in vlammen opging met tientallen slachtoffers en schade tot in het centrum van Hoeilaart. Twee jaar later werd de herstelde hippodroom heropend. De koninklijke tribune, die volledig verwoest was, werd pas in 1924 heropgebouwd, naar een nieuw ontwerp. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog moest de hippodroom alweer sluiten.
Heropbloei
In 1947 werd de renbaan dan eindelijk heropend en deze keer grootser dan ooit tevoren. De renbaan bloeide en de beste jockeys van Europa kwamen naar Groenendaal. De jaren zestig werden net als de jaren twintig gloriejaren, maar daarna ging het opnieuw bergaf. De auto werd populairder dan de trein maar er was geen parkeergelegenheid in Groenendaal. In de jaren tachtig werd de hippodroom een laatste keer vernieuwd (met o.a. betonnen tribune naar een ontwerp van ingenieur André Paduart) en was er een grootste heropening.
Gedaan met de renbaan
De euforie was van korte duur. Nationale samenwerking bleek moeilijk, de gokkers verkozen de Lotto boven de paardenrennen en door een wanbeleid bij verschillende Belgische renverenigingen ging de paardensport in vrije val. De renbaan van Groenendaal verloor haar pracht en op 16 juni 2001 werd de laatste paardenren gehouden. De winnaar van de race kreeg nog 300.000 frank (7500 euro) prijzengeld. Bij de topraces in de gloriedagen werd tot 300 miljoen frank (7.500.000 euro) ingezet op één koers. Begin 2012 werden de verwaarloosde gebouwen afgebroken. Enkel de Koninklijke Loge bleef overeind.
Bronnen
-Maurits Derom, ‘De hippodroom van Groenendaal’, Zoniën, jg. 9 (1985) nr. 4 en jg. 10 (1986) nr. 1.
-Michel Erkens, ‘De hippodroom te Groenendaal: een bijkomende kans voor de Hoeilaartse behoeftigen’, Zoniën, jg. 9 (1985) nr. 3.
-Hannelore Smitz, ‘De vergane trots van Groenendaal’, Nieuwsblad online, 16 april 2014.