Druiventeelt

In het midden van de 19e eeuw ontstond in Hoeilaart een nieuwe vorm van tuinbouw: de druiventeelt onder glas. Het was in 1865 dat Felix Sohie er de eerste druivenserre bouwde en eens zou Hoeilaart 13.000 serres tellen en terecht 'Glazen Dorp' genoemd worden. Gedurende 100 jaar zorgde de druiventeelt voor welvaart in de streek. Economische moeilijkheden, begonnen in 1962, brachten echter een bestendige achteruitgang in de druiventeelt teweeg en deden het aantal serrebedrijven sterk dalen. Heel wat tuinbouwbedrijven werden verkaveld en maakten plaats voor nieuwe woonwijken. 

Druiventros

De druiventeelt onder glas

Het gemeenschapscentrum van Hoeilaart draagt de naam van Felix Sohie. In de grote, centrale serre van het centrum vind je zijn borstbeeld. Deze man is de grondlegger van de commerciële druiventeelt onder glas in ons land. Hij werd in 1841 in Hoeilaart geboren en overleed er in 1929. Met een diploma van de tuinbouwschool van Vilvoorde op zak, ging hij in 1860 als tuinier werken bij baron de Peuthy te Huldenberg, waar hij ondermeer een kleine druivenserre te verzorgen kreeg. Hij zag vlug in dat de verkoop van kasdruiven en groenten een winstgevende zaak kon worden en, samen met zijn broers, Frans en Willem, bouwde Felix Sohie in 1865 zijn eerste druivenserre te Hoeilaart.
 
In 1866 hadden de Sohie's al elf druivenkassen. In dat jaar werd door hen ook een verwarmingssysteem uitgedacht en in hun bedrijf aangewend. De eerste druivenvariëteiten die door de Sohie's werden geteeld, waren Frankenthal en Chasselas de Fontainebleau. In 1890 kwamen zij ertoe een late variëteit, Colman, te telen.
 
Pas omstreeks 1880 gingen de Hoeilanders het voorbeeld van Felix Sohie navolgen. Vanaf 1900 zou de druiventeelt een voortdurende uitbreiding in de IJsevallei kennen. In 1910 telde Hoeilaart reeds 5.176 serres. Op het einde van de jaren vijftig was dit aantal aangegroeid tot meer dan 13.000 en voor de hele streek - Hoeilaart, Overijse, Huldenberg, Duisburg en La Hulpe - zou dit aantal 33.000 bedragen. Terecht werd Hoeilaart het 'Glazen Dorp' genoemd.
 
Economische moeilijkheden, veroorzaakt door buitenlandse concurrentie, verhoging van de verwarmingskosten, gebrek aan bedrijfsopvolging, brachten echter sinds 1962 een voortschrijdende achteruitgang van de kasdruiventeelt met zich. Er blijven momenteel slechts een handvol bedrijven over. Van haar kwaliteit heeft de Belgische druif echter niets verloren. Het blijft nog steeds een ongeëvenaard tuinbouwproduct, pronkstuk van elke feestelijke fruitkorf. Met een premie voor het restaureren van druivenserres en een project op Kelleveld, spant de gemeente zich in om ons druivenerfgoed te bewaren.